Twee nieuwe wolven

24-08-2018

Bij de driemaandelijkse monitoring die Wageningen Environmental Research (WENR) uitvoert in opdracht van BIJ12 en de provinciale overheden zijn twee onbekende wolven gesignaleerd. Dit brengt het totaal aantal in 2018 in ons land gesignaleerde wolven op acht. Van de andere zes exemplaren zijn dit kwartaal geen sporen gevonden. De nieuwe individuen zijn vastgesteld op basis van genetisch onderzoek met DNA uit bijwonden van schapen en uit keutels.

Begin juli meldde WENR op basis van genetisch onderzoek dat afgelopen voorjaar zes wolven Nederland hebben aangedaan. Dit is gebaseerd op DNA-monsters verzameld in de periode januari t/m april 2018. Recent is de analyse afgerond voor DNA-monsters uit de periode mei t/m juli. De monsters bestonden uit DNA afgenomen uit bijtwonden van aangevallen schapen, aangevuld met keutels die mogelijk van een wolf afkomstig waren. In de periode mei – juli werden met deze techniek twee individuen vastgesteld, een vrouw en een man.

Op basis van DNA vastgestelde locaties waar de twee wolven zijn aangetroffen. Vanuit het CEwolf consortium hebben de individuen de codes GW998f (vrouwelijke wolf) respectievelijk GW979m (mannelijke wolf) meegekregen.
Op basis van DNA vastgestelde locaties waar de twee wolven zijn aangetroffen. Vanuit het CEwolf consortium hebben de individuen de codes GW998f (vrouwelijke wolf) respectievelijk GW979m (mannelijke wolf) meegekregen.

Aanwezigheid vrouwelijke wolf

De aanwezigheid van de vrouwelijke wolf werd aangetoond in monsters van acht verschillende lokaties, in Groningen, Friesland, Drenthe (4 lokaties), Overijssel en Gelderland (zie figuur). In Gelderland (1 lokatie) en in Drenthe (2 lokaties) betrof het monster een keutel. In de andere gevallen (5 lokaties) ging het om monsters van gebeten schapen. Het door WENR opgestelde DNA profiel werd doorgegeven aan onze collega’s van Senckenberg Wildlife Genetics, die op basis van hun database konden vaststellen dat het een nakomeling betreft uit een roedel nabij Babben in Brandenburg, ca. 600 km van de Nederlandse grens. Ook de doodgereden wolf van Kloosterhaar (oktober 2017) kwam uit dat roedel.

Aanwezigheid mannelijke wolf

De mannelijke wolf dook voor het eerst op in monsters genomen eind juni op twee lokaties in Friesland, en dook daarna begin juli op in Flevoland en Gelderland. In alle gevallen ging het om monsters van gebeten schapen. Een check met de collega’s van Senckenberg maakte duidelijk dat hetzelfde individu begin juni al was gesignaleerd in het Duitse Norden (Nedersaksen). Onduidelijk is uit welke roedel het dier exact afkomstig is.

“De route die deze wolf heeft genomen is opmerkelijk aangezien het dier waarschijnlijk door de Flevopolder is gelopen en daarna de Betuwe in. Vervolgens is het verder Zuidwaarts getrokken en  lijkt het nu in Vlaanderen op te trekken met de gezenderde wolvin Naya die in deze winter door Nederland liep” zegt ecoloog Hugh Jansman van WENR. INBO publiceerde hierover een persbericht.

Belang van samenwerking

“Dat we weten dat het nieuwe mannetje de afgelopen maanden door drie landen trok, laat zien hoe belangrijk het is om bij onderzoek aan wolven over de landsgrenzen heen te kijken”, zegt geneticus Arjen de Groot van WENR. “Omdat WENR, Senckenberg en INBO samenwerken binnen onderzoeksconsortium CEwolf , konden we snel zijn trekroute reconstrueren”.

Beide wolven die deze zomer in Nederland zijn vastgesteld hebben grote afstanden afgelegd en daarbij de nodige barrières als wegen en rivieren weten te passeren. Arjen de Groot: “Van de dit voorjaar vastgestelde zes individuen weten we dat Naya zich heeft gevestigd in Vlaanderen en dat een mannelijk exemplaar is doodgereden. De overige vier individuen zijn sinds april niet waargenomen. Dit houdt in dat er geen DNA van verzameld is, bijvoorbeeld omdat ze geen schapen hebben aangevallen, of dat ze het land alweer hebben verlaten.”

 

Bron: WENR